Onlangs opgedoken in het archief van de KNVB: de ledenlijst van ‘Voetbalvereeniging Willem II’ van 1 augustus 1916. Met daarop alle 62 leden die destijds namens de Tricolores ingeschreven stonden bij de NVB, de voorloper van de KNVB. Inclusief de spelers die in juni 1916 landskampioen waren geworden. Goed beschouwd dus Koningskinderen van het eerste uur.
Dankzij deze NVB-lijst komen we weer wat meer te weten over onze eerste landskampioenen. Zo zien we dat de Van Beurdens uit een echt Willem II-nest kwamen. Zij waren een eeuw geleden met vijf leden vertegenwoordigd binnen de club. Gevolgd door de familie Van den Bergh (die van de wollenstoffenfabriek AeBe) met drie leden. De meeste Willem II-ers woonden in 1916 in het centrum van Tilburg. De Tricolores waren ruim vertegenwoordigd aan de Spoorlaan, op de Korvel en op de Heuvel(straat), aldus het toenmalige adressenbestand. Maar er waren ook paradijsvogels van buiten de regio. Toen al! Zo moet aanvoerder Harrie Mommers gebruik hebben gemaakt van zijn werkgever, de Nederlandsche Staatsspoorwegen, om vanuit Utrecht naar Tilburg te komen. En Louis Schollaert, onze bijna-international die na één trainingsdag met het Nederlands elftal alweer terug naar huis kon toen bleek dat hij Belg was, woonde in Rotterdam. Net als teamgenoot Pim Versluijs, die eveneens uit de Maasstad kwam. Hoewel de eerste wereldoorlog aan Nederland voorbij ging, trok de daarmee gepaard gaande mobilisatie een zware wissel op de selectie van 1916. Zo blijkt uit de lijst dat de selectiespelers H. van Asten en M. van Beurden als militair gemobiliseerd waren in de kazernes van respectievelijk Hengelo en Leeuwarden. Voorhoedespeler Toon van Son, destijds samen met zijn broer Jos van Son de schrik van iedere verdediging, was in Gouda gestationeerd als ‘militair wielrijder’. En in Bergen op Zoom diende basisspeler Louis Marsé als ‘motorrijder’ voor het Nederlandse leger. Ondanks al die gemobiliseerde spelers waren de Tricolores er toch nog in geslaagd om ongeslagen kampioen van Zuid-Nederland te worden. Gevolgd door het landskampioenschap, als eerste Nederlandse club van buiten de Randstad. Een prestatie van formaat. Met recht mogen zij daarom Koningskinderen van het eerste uur worden genoemd.
Ross
Bericht delen