Column: waarom niet juichen?

Ik zag het onlangs weer en blijf het toch een raar fenomeen vinden. Spelers die uit respect voor hun oude club niet willen juichen nadat zij een doelpunt hebben gemaakt. Wat een flauwekul! Niet juichen als je scoort. Terwijl het hoofd en hart zowat uiteenspat van vreugde, zegt ‘n belerend stemmetje binnenin vooral kalm te blijven. Uit respect voor hun eerdere werkgever(s) wel te verstaan, die ze onder ons gezegd en gezwegen soms voor ‘n paar eurootjes méér, of zogenaamd als sportieve verbetering, zonder enige scrupules nog de rug hebben toegekeerd.



Ben je tijdens je voetballoopbaan wat minder honkvast geweest en heb je als voetbalnomade al ’n clubje of tien versleten, dan heb je jezelf in een haast onmogelijke positie gebracht en kom je om eerdergenoemde reden al bijna helemaal nooit meer aan juichen toe. Nu hoef je van mij ook weer niet als een dorpsgek met je wijsvinger op je mond langs de tribunes te hollen, of als een idioot op de dichtsbijzijnde camera af te stormen terwijl je het clubembleem op jouw shirt aflebbert alsof het je allereerste liefje betreft, maar toon wat emotie en ga gewoon uit je dak als je scoort!

Denken de profvoetballers van vandaag nu echt dat de fans van hun oude club(s) het hen kwalijk nemen als zij op gepaste wijze hun doelpuntje vieren? Waarom niet gewoon ouderwets juichend de handjes in de lucht, het collegiaal wijzen naar de aangever als dank voor het succesvolle voorbereidende werk of ‘n spontane ‘Driedubbele Salto Mortale’. Dat er gejoel van de tribunes rolt heeft niets te maken met de wijze van juichen, maar enkel met de frustraties van de geïncasseerde treffer.



Het ergste van alles bij het vieren van een gemaakt doelpunt vind ik die zelf in elkaar gefrutselde ondershirtjes met een boodschap, voor een geliefde, een gehate journalist, een overleden dierbare, of anderszins. Een shirtje onder een wedstrijdshirt dat enkel zichtbaar gemaakt wordt na het scoren van ’n doelpunt! God allemachtig! Hoe kom je er als topsporter op? Het zou wereldwijd bij voetbalwet verboden moeten worden ter bescherming van de speler zelf op straffe van een boete ter grootte van ’n volledig jaarsalaris inclusief wedstrijdpremies. Stel je voor, je trekt zo’n onooglijk shirtje aan met de welbekende tekst ‘Schatje wil je met me trouwen’ en scoort net als in al die voorgaande driehonderdentachtig wedstrijden wéér niet. Laat je dat klere-shirtje dan maar onder in je voetbaltas zitten of wacht je tegen beter weten in tot je eindelijk wèl een keertje scoort?



Tegen de tijd dat je als oud profvoetballer dan eindelijk het net weet te vinden in het dertiende van Knollelanderveen is dat onderhemdje door de tand des tijds onleesbaar geworden en tot op de draad versleten net als jouw inmiddels toenmalige vriendin, die door jouw haperend scorend vermogen al lang aan de zwier is gegaan met één van je oud-ploeggenoten of stilletjes in de armen is gedreven van een meer slagvaardigere bejaarde grijsaard die wel weet wat scoren is. Ik wil alleen maar zeggen dat de perfecte timing om een pakkend ondershirt te fabriceren bijna ondoenlijk is.



Dus weg met die flauwe fratsen. Spelers dienen zich op het veld te onderscheiden door hun technische voetbalvaardigheden en opzienbarende manier van spelen. Voor alle spelers die de Tricolores na dit seizoen gaan verlaten en het mooiste shirtje van Nederland inruilen voor ‘n ander zeg ik: Mijn oprechte dank voor jullie tomeloze inzet en al het gebodene. Mocht je in de toekomst toevallig ’n keertje tegen ons scoren, wat ik niet echt hoop of verwacht. Juich gerust! Ik neem het jullie absoluut niet kwalijk!



Sooike

 

Bericht delen