Willem II, opgericht op 12 augustus 1896, is één van de oudste voetbalclubs in Nederland. De geschiedenis van de Tricolores vertelt veel verhalen. Clubhistoricus Harrie Verhoeven onttrekt met regelmaat oude verhalen aan de vergetelheid en verrast de lezer met interessante en leuke feitjes uit het verleden.
Door een 2-0 overwinning op naaste concurrent Eindhoven werd het hoogste jeugdelftal van Willem II op 11 april 1964 kampioen en promoveerde daardoor naar de landelijke eerste divisie. Het succesvolle team van trainer Janus Spijkers (foto boven) was een hechte eenheid met een uitstekende wedstrijdmentaliteit. En maar liefst acht spelers maakten nadien hun opwachting in het eerste elftal van Willem II: Karel Straatman, Kees Brands, Jan Weeterings, Frie Nouwens, Toon van Orsouw, Harrie Meyer, Karel Vergunst en last but not least Don van Riel. Hij zou van deze acht uitgroeien tot de meest succesvolle speler. Ja zelfs tot koningskind van Willem II, een eretitiel voor spelers en trainers die in de loop der jaren het gezicht van de club bepaalden.
Don begon zijn voetballoopbaan bij de voetbalclub Broekhoven. Op 14-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij Willem II. Zijn debuut in het eerste elftal maakte hij op 3 november 1963 tegen BVV. De militaire dienstplicht, die hij als marechaussee vervulde, was er debet aan dat hij in zijn eerste betaald voetbaljaren slechts een klein aantal keren deel uitmaakte van de hoofdmacht. Maar later was hij jarenlang een vaste waarde. Aanvankelijk als rechtsbuiten, maar vervolgens ook als middenvelder en voorstopper. Hij speelde voor de Tricolores 271 officiële wedstrijden en scoorde 15 doelpunten. Don was kopsterk, had als spelverdeler een goede pass in de benen en beschikte over een prima instelling. En met name die laatste eigenschap was van belang. Don maakte in de beginjaren 70 namelijk ook de periode mee dat bij Willem II sprake was van betaald voetbal op zijn smalst. Bestuurlijk was er sprake van een crisis en de clubkas was zo goed als leeg. De club was ten dode opgeschreven en dreigde uit het betaalde voetbal te verdwijnen. Dankzij de inspanningen voorzitter Bert Schuerman en bestuurslid Leo Maas kon dit doemscenario worden afgewend. De naam van de club veranderde in SC Tilburg Willem II en om financiële redenen ging men trainen op de velden achter de Villa Blanca in Goirle, een zomerverblijf van de fraters van Tilburg. Voor de spelers was het behelpen, want ze konden zich daar niet eens fatsoenlijk wassen. Voor de wedstrijdbespreking kwamen de spelers bijeen in de kantine van de drukkerij van Leo Maas. En om met de ploeg naar de uitwedstrijden te reizen, kocht Maas een autobusje met een capaciteit van 22 personen. Ook de spelers zelf droegen hun steentje bij. Zo liepen ze bijvoorbeeld in de Heuvelstraat clubstickers te verkopen. Al bij al een periode waarover Don een boek zou kunnen schrijven. Het hoogtepunt van zijn carrière beleefde hij op 2 mei 1965, frappant genoeg tijdens zijn enige opwachting in het eerste elftal in dat seizoen 1964-1965. In de met 1-4 gewonnen wedstrijd tegen Blauw-Wit in het Olympisch Stadion in Amsterdam kwam hij na rust als invaller in het veld en scoorde Willem II’s derde treffer. Door deze zege promoveerde Willem II naar de Eredivisie. Uiteraard werd die promotie uitbundig gevierd. Door bemiddeling van voorzitter Schuerman mocht Don zich op maandagochtend op de kazerne melden in plaats van zondagavond. Toen hij zich echter ‘s maandags meldde, kreeg hij van zijn commandant te horen dat hij twee uren eerder aanwezig had kunnen zijn. Als straf kreeg hij twee dagen licht arrest. Op 7 oktober 2016 verliet Don net als in 1965 in feeststemming het Olympisch Stadion. Willem II won daar namelijk het eerste wandelvoetbaltoernooi voor Eredivisie Old Stars-teams. Don was een van de dragende krachten. Geen wonder, want nog wekelijks speelt hij wandelvoetbal in een Willem II-Longa- combinatieteam. De liefde voor het spelletje zal bij hem nooit verloren gaan!
Bericht delen