Het afgelopen weekend was het exact veertig jaar geleden dat Willem II de zwaarste financiële periode uit de clubgeschiedenis af kon sluiten. Van januari 1982 tot februari 1984 balanceerde de club op het randje van de financiële afgrond. In restaurant Den Schout werd op 24 februari 1984 de opheffing van de surséance van betaling gevierd. Voor het toenmalige bestuur een mooie aanleiding om weer eens bij elkaar te komen.
Het is vrijdagmiddag voor de wedstrijd tegen Roda JC als Boudewijn Gerritsen, Fernand Palmen, Miel Maessen en Mart Franken aan tafel plaatsnemen in een skybox die uitkijkt over de dan nog lege tribunes. Gerritsen, Palmen en Maessen zijn bestuursleden van het zogenaamde ‘hockeybestuur’, dat in september 1982 het roer overnam bij Willem II. Mr. Mart Franken was destijds de door de rechtbank aangestelde bewindvoerder. Bevlogen spreken ze over hun tijd bij Willem II, van bijna-faillissement tot opheffing van de surséance van betaling.
Fiscale naheffing
Na twaalf donkere jaren in de eerste divisie was Willem II in 1979 gepromoveerd. Hoge sportieve ambities in de eredivisie leidden echter tot het nemen onverantwoorde risico’s. ‘De shirtsponsoring was nog niet op gang gekomen’, schetst toenmalig penningmeester Gerritsen het tijdsbeeld van toen. ‘De enige bron van inkomsten waren de kaartverkoop, de reclameborden en de subsidie van de gemeente. Om met beperkte middelen tóch een eredivisiewaardige selectie op de been te kunnen krijgen, werden de spelers netto uitbetaald, dus zonder loonbelasting af te dragen. Dat gebeurde destijds ook bij een aantal andere betaald voetbalclubs.’ Toen de belasting daar lucht van kreeg werden er invallen gedaan bij MVV, PEC, FC Utrecht en dus ook bij Willem II. Met een fiscale naheffing van maar liefst 1,4 miljoen gulden voor Willem II tot gevolg. Het bracht de totale schuld van de club op ongeveer 3 miljoen gulden. ‘En dan te bedenken dat Willem II destijds een begroting had van eveneens 1,4 miljoen gulden’, vult oud-secretaris Maessen aan.
Surséance
Een faillissement aan de Goirleseweg leek aanstaande, surséance van betaling was het gevolg. ‘Op 12 maart 1982 werd ik aangesteld als bewindvoerder’, neemt Franken het woord. ‘Ik kwam uit de omgeving van Breda en was eigenlijk NAC-supporter.’ Vanaf toen bezocht ik de ene week Willem II, de andere week zat ik als supporter op de tribune bij NAC.’ Om het seizoen 1981 – 1982 toch uit te kunnen spelen, en de spelers te kunnen betalen, stemde de gemeente in april 1982 in met een boedelkrediet van 350.000 gulden. ‘Met 19 tegen 18 stemmen was dat kantje boord’, weet Franken zich te herinneren. ‘Het geluk was dat er destijds gemeenteraadsverkiezingen aankwamen. Partijen wilden vóór de verkiezingen niet de stekker uit Willem II trekken.’ In aanloop naar het daaropvolgende seizoen 1982 – 1983 nam de gemeente Tilburg tóch drastische maatregelen: de jaarlijkse subsidie aan Willem II werd ingetrokken. ‘Er werd druk uitgeoefend op het zittende bestuur om af te treden. Maar die wilden de problemen die ze zelf hadden veroorzaakt ook zelf opruimen’, aldus Maessen over de bestuurlijke impasse.
Clublied
Op de zeer emotionele bijzondere Algemene Leden Vergadering van 6 september 1982 vervulde de huidige clubnestor Peter Année een belangrijke rol. ‘Om iedereen op één lijn te krijgen zette Peter het Willem II-clublied in’, blikt Maessen terug op de avond waarop hij de nieuwe secretaris werd. De meerderheid van het nieuw voorgestelde bestuur kwam uit de hockeywereld. Met beoogd voorzitter Wim Groels voorop, die doelman was bij de Forward-veteranen. ‘Willem II was een nieuwe wereld voor ons. Het clublied hadden we van tevoren uit ons hoofd moeten leren.’ Het aanheffen van het clublied én het zalvende werk van zittend voorzitter Jan Vioen, die achter de schermen veel mensen had weten te overtuigen van de nieuwe koers, leidde tot de installatie van het nieuwe ‘hockeybestuur’, zoals het in Tilburg al snel genoemd werd. ‘Naarmate we de zaken op de rit begonnen te krijgen, werd dat onze geuzennaam’, vult Palmen aan.
Sanering
Met zeer beperkte middelen werd de weg omhoog ingeslagen. ‘Jonge spelers zoals John Feskens en de broertjes Ton en Rob Soffers speelden in het eerste voor een minimum jeugdloon’, aldus Gerritsen over het begin van de saneringsperiode. Aan de inkomstenkant kwamen opmerkelijke kandidaten als shirtsponsor in beeld. ‘Ik weet nog dat we overwogen hebben om met het sigarenlogo van Karel I op de borst te spelen. Uiteindelijk is het Sansui geworden van Tempofoon.’ Met behulp van de Stichting Behoud Betaald Voetbal Regio Tilburg werd het bedrijfsleven weer geactiveerd voor Willem II. Een marathonactie ‘Wij doen mee met 24 uur Willem II’ leverde naast 50.000 gulden vooral veel sympathie op. Daardoor draaide de gemeente weer bij. ‘Een belangrijke stap was bovendien de betalingsregeling die werd getroffen met de belasting en de bedrijfsvereniging (het toenmalige UWV)’, vult Franken aan.
Rothschild
Het gezamenlijke doel om Willem II er weer bovenop te krijgen smeedde een band voor het leven tussen bestuursleden en bewindvoerder. ‘Op 24 februari 1984 hebben we de opheffing van de surséance gevierd in restaurant Den Schout in de buurt van de Emmastraat’, blikt Gerritsen terug op die memorabele avond. ‘Wim Groels pakte uit met doosjes Rothschild wijnflessen met Willem II-clublogo. Ik heb thuis nog een exemplaar liggen.’ Mr. Franken herinnert zich nog een andere bijzonder item uit die tijd: ‘In het stadion is destijds een steen ingemetseld die verwijst naar de opheffing van de surséance. Bij de verbouwing van het stadion in 1995 is daar echter een muur vóór geplaatst. Ergens moet die blijvende herinnering aan die boeiende periode dus nog te vinden zijn.’
Bericht delen