Hier is Jatto!
Auteur
Koen van Santvoord
Fotografie door
Toin Damen, Geert van Erven, ProShots

Vijf jaar geleden was de hashtag #WaarisJatto trending. Jatto Ceesay (48), de speler met de meeste Europese duels uit de clubhistorie, leek van de aardbodem verdwenen. Interviews geeft hij zelden, maar nu was de tijd rijp. Het werd een bijzonder gesprek met de oud-speler, scout, ondernemer en… filosoof.

Dit is een verhaal uit de Tricolores Krant van juli 2023 die binnenkort verschijnt. 

Als Jatto zijn telefoon in zijn huis in Liverpool opneemt, is het eerste wat opvalt zijn zware stem. Bij de lichtvoetige, 1,74 meter lange buitenspeler past gevoelsmatig een hoger stemgeluid. Als hij halverwege het gesprek van audio- naar videobellen overschakelt komt er ook een beeld bij de geboren Gambiaan, die op 19-jarige leeftijd naar Willem II verkaste. Het jonge koppie van weleer heeft plaatsgemaakt voor een man met een gemillimeterd kapsel, een stoere baard en een zelfverzekerde uitstraling. ‘Bij Willem II ben ik van een jongen een man geworden’, zegt hij ergens halverwege het gesprek. Het interview is haast een meditatieve ervaring. Ceesay lijkt een wandelend boek vol filosofische bespiegelingen. Hij spreekt traag en met zijn donkere stem zegt hij dingen als: ‘Ik zit op een berg van wijsheid.’

Hij wil maar zeggen: nu ziet hij het leven, en ook het voetbal, beter dan toen hij zelf voetballer was. ‘Nu kijk ik duizenden meters ver weg. Toen ik jonger was maar honderd meter. Do you know what I mean?’ Hij ziet het spelletje nu ook beter. ‘Als ik een speler of een wedstrijd analyseer… dat gaat je verbeelding te boven. Alles wat ik zeg, komt uit.’

Op de vraag wat hij – met de kennis van nu – anders gedaan zou hebben als speler komt geen antwoord. Jatto zal het vaker doen tijdens het gesprek: concrete vragen omzeilen en antwoorden in algemene termen. ‘Elke dag heb je de kans om 24 uur te leren. Al die kennis, al die ervaring gaat in je rugzak. En op een dag ga je het nodig hebben.’ Wat hij jonge talenten graag meegeeft: wees anders dan de rest. ‘Op school krijgt iedereen dezelfde les. Daarna gaat iedereen naar huis, behalve jij. Want jij bent anders, snap je? Jij studeert extra. Wie haalt dan het hoogste cijfer, denk je? Voor voetballers is dat net zo. Als jonge jongen trainde ik ’s ochtends voor de zon opkwam in mijn eentje. Arno Arts oefende elke dag na de training op vrije trappen. Laziness will not give it to you.'
 

Afbeelding
jc
Arno Arts omhelst Jatto.

Europees record
Even terug naar de voetballer Ceesay. Hij kwam als jong talent in 1995 naar Willem II, had het de eerste twee seizoenen moeilijk, maar groeide onder Co Adriaanse uit tot een vaste waarde. Ceesay speelde rechtsbuiten en was snel en explosief, maar soms ook wat druistig en ongecontroleerd in zijn bewegingen. Met zijn wijde shirt (mode in die tijd) over zijn ranke lichaam leek hij zich fladderend over het veld te bewegen. Ceesay kon een mannetje passeren, had een goede voorzet en pikte regelmatig zijn goaltjes mee. Ook had hij een conditie als een paard. In de 90e minuut was hij nog net zo fit als in de eerste.

Hij bleef tot 2003 en keerde na een jaartje in Saoedi-Arabië terug op het Tilburgse nest. In 2006 zei hij Willem II definitief vaarwel om zijn carrière voort te zetten op Cyprus. Ondertussen had hij geschiedenis geschreven in Tilburg. Hij speelde 275 wedstrijden en staat daarmee dertiende op de ranglijst van spelers met de meeste wedstrijden. Wat hem uniek maakt is dat hij de meeste Europese wedstrijden speelde van iedereen: elf om precies te zijn.

Afbeelding
addw

Jungle
Zijn overstap naar Willem II was niet eenvoudig. ‘Alles was nieuw voor me. Het spel ging sneller, de cultuur was anders, het weer was anders. Je kunt niet van een 19-jarige jongen uit een derdewereldland verwachten dat hij er meteen staat. Ik speelde met grote namen als Sami Hyypiä, Joonas Kolkka, Jaap Stam, Jean-Paul van Gastel en Earnest Stewart. Ik voelde me bevoorrecht dat ik met hen mocht spelen. Ze hebben me goed geholpen, maar de belangrijkste was Martin van Geel. Hij regelde alles voor me, maakte me wegwijs in de stad. Hij gaf me advies, hielp met mijn financiën en pushte me om het beste uit mezelf te halen. Martin heb ik heel hoog zitten, hij voelt als familie.’

De liefde van Co Adriaanse was anders, zegt Jatto lachend. ‘Hij had een geweer in zijn ene hand en een bloem in de andere. Als ik slecht had gespeeld, praatte hij niet meer met me. Speelde ik goed, dan kon alles. We waren als een leeuw en een tijger in de jungle. Als je die bij elkaar zet, dan is elke dag spannend en intens. Ik hou daarvan.’ Adriaanse verweet Ceesay weleens dat hij de training zag als een oorlogsgebied. ‘Vergeet niet dat die andere spelers je collega’s zijn’, zei de trainer als Jatto er weer eens met gestrekt been invloog. ‘Dat kan wel zijn. Maar ik kom uit een arme familie. Ik had in Gambia ook monden te voeden.’ Terugblikkend zegt hij: ‘Co is de beste trainer die ik ooit heb gehad. Door hem bereikte ik een hoger niveau.’

Het “voeden van monden” ging ver, te ver, merkte Martin van Geel, destijds technisch directeur. ‘Jatto dacht eerst aan de mensen in Afrika, daarna pas aan zichzelf. In die tijd had Jatto een goed salaris. Hij hield er alleen geen cent van over. Ik heb hem vaak gezegd: zet eerst geld voor jezelf apart, geef dan pas weg wat je overhoudt. “Ja, maar dan gaan de mensen slecht voor me bidden”, antwoordde hij dan. “En ze zijn al begonnen, want afgelopen week speelde ik slecht.” Ik heb er zes jaar lang bovenop gezeten en hem overal in begeleid. Elke vrijdag nodigde ik hem uit op mijn kantoor. Willem II en ik kregen er ook veel voor terug. Hij speelde jarenlang de pannen van het dak en was altijd heel dankbaar. Jatto is een fantastische man waar ik nog steeds een warme band mee heb.’

Afbeelding
jatto

Zoektocht 
Over de jaren na zijn voetbalcarrière is Jatto nooit openhartig geweest. Hij heeft er een duidelijke verklaring voor. ‘Een voetbalcarrière is zó intens. Er is zo veel druk, elke training, elke wedstrijd moet je presteren. Fans hebben een mening over je, journalisten schrijven over je. Mensen in Gambia verwachten dat je geld overmaakt. Dat heb ik achttien jaar lang meegemaakt. Toen ik met voetbalpensioen ging, heb ik die deur dichtgedaan. Er opende zich een wereld van privacy, van een rustig en vredig leven. Ik wilde mijn lichaam en mijn geest rust geven. Ik ben gelukkig nu.’

Vijf jaren geleden gingen de supporters Mathijs Snepvangers en De Kruikenzeiker naar hem op zoek. De aanvaller leek van de aardbodem verdwenen, maar gelukkig kwam er een teken van leven. 

Jatto bleek in Liverpool te wonen, was bezig met zijn trainerspapieren en maakte het goed. ‘Ik kreeg kippenvel toen ik hoorde dat de supporters naar me op zoek waren. Ik waardeerde het enorm. Ook omdat ik alles gegeven heb voor Willem II. Ik schep er niet over op, maar ik ben dankbaar en vereerd dat ik zo lang voor de club heb mogen spelen en dat ik deel uitmaak van de geschiedenis. Weet je, als je je beste jaren bij één club doorbrengt, dan voelt een stadion als je huis. De liefde die ik van de fans kreeg, heb ik bij geen enkele club ervaren.’ Maar, zegt hij er lachend achteraan: ‘Ze hadden ook gewoon Martin even kunnen bellen, die had ze meteen kunnen vertellen hoe het met me ging in die tijd.’

Sterke cirkel 
Achter de zoektocht van de supporters ging ook bezorgdheid schuil. Gaat het wel goed met Jatto? Heeft hij zijn leven op de rails? Is hij gezond? Zit hij niet weer in de financiële problemen? Indirect geeft hij aan dat hij moeilijke jaren heeft gekend, maar opnieuw zoekt hij zijn toevlucht in algemene wijsheden. ‘Iedereen komt uitdagingen tegen in zijn leven. Of het nou gaat om familie, werk, geld of geloof. God daagt je uit. Als je een probleem uit de weggaat, als je wegrent, dan los je niets op. Je moet het probleem recht in de ogen kijken, dan kom je eroverheen. Dat heb ik moeten leren. Het enige wat je helpt is mentale kracht.’

Hij wordt ronduit cryptisch als hij zegt: ‘Er zijn twee dingen in het leven: leven en dood. Probleem? Opgelost. Ziekte? Geholpen. Zwart? Wit. Man? Vrouw. Geluk? Verdriet. Begrijp je wat ik bedoel?’ Even later zegt hij. ‘Als voetballer heb ik veel mensen geholpen. Echt, ik heb hemel en aarde voor ze bewogen, maar ze waren er niet toen ik hen nodig had. Nu heb ik een sterke cirkel van mensen om me heen. Wie mij toen steunde in mijn donkere dagen, help ik zelf ook nu het goed met mij gaat. Als de ondergrond stevig is, zul je nooit vallen. Waar je ook loopt.’

Ondernemer en scout 
We zijn inmiddels vijf jaar na de zoektocht. Jatto heeft zijn UEFA B-diploma gehaald, maar zijn trainersambities heeft hij overboord gezet. Het was niet goed te combineren met het bedrijf dat hij samen met een Nigeriaanse vriend opzette. Ze importeren spullen uit China, vooral kleding en elektronica, en verkopen die in Nigeria. Naast dat bedrijf is Jatto actief als scout van Afrikaans talent. ‘Ik ben veel onderweg. Vorige week was ik in Zwitserland en binnenkort ga ik naar Madeira. Ik doe dat samen met een Russische partner. Ik scout de spelers, hij brengt ze weg naar het tweede niveau in Rusland. We hebben inmiddels vier jongens uit Portugal geplaatst.’  
Die twee verschillende activiteiten vormen een mooie combinatie en verschaffen hem een stabiele financiële basis. ‘Ik hou van wat ik doe. En wat ik zei: ik begrijp het voetbal nu beter dan toen ik zelf speelde. Ik ben goed in het analyseren van spelers, in het zien van hun kwaliteiten. Daarnaast kan ik jonge spelers helpen om mentaal weerbaar te worden. Ik heb het zelf allemaal meegemaakt. Elke muur kan ik breken met mijn wijsheid en ervaring.’

Manchester City 
Dan zet hij de camera aan. ‘Mensen geloven niet dat ik 48 ben’, zegt hij lachend. ‘Ik ben nog steeds goed in vorm.’ Als zijn persoonlijke leven ter sprake komt – is hij getrouwd, heeft hij kinderen? – dan houdt hij de boot af. ‘Dat houd ik privé. Ik koester mijn privéleven’, zegt hij aanvankelijk. Hij heeft een dochter van 21 en een zoon van bijna negen, zegt hij even later. Na enig doorvragen vertelt hij dat hij samen is met een vrouw. Nee, niet de moeder van zijn kinderen. Hij lacht. ‘Vrouwen zijn niet meer het probleem vandaag. God is goed voor me geweest. Ik heb een goede vrouw nu.’

Met trots vertelt hij over zijn zoontje, die is gescout door Manchester City. ‘Oh man, hij heeft zoveel talent. Echt, hij is zó goed. Hij is linksbenig, speelt op 8 of 10, soms als buitenspeler ook. Hij kan het nog heel ver brengen. Hij is vernoemd naar mijn vader, Abdulai.’

Afbeelding
jc

Ceesay spreekt ook vol liefde over Willem II. Als het even kan, volgt hij de Tricolores live op tv. Maar toch, hij is nooit meer teruggekeerd naar het stadion waar hij zijn grootste successen vierde. Waarom niet? Hij zoekt naar woorden. ‘Eerlijk gezegd, dat lag aan mezelf. Ze hebben me vaak uitgenodigd… Ik ben druk, maar ook niet zo druk… Het lag aan mij.’

Hij voegt eraan toe dat hij graag nog eens naar Tilburg zou komen. ‘Ik denk dat het heel emotioneel wordt, zowel voor mijzelf als de fans.’ Goed om te horen, natuurlijk. Wanneer komt hij? Komend seizoen een keer? Opnieuw geen concreet antwoord. ‘De spelers met wie ik speelde, hebben Willem II diep in hun hart. We hebben veel bereikt samen. We stonden samen op het slagveld, week in, week uit. Ik voel teveel respect en liefde voor hen. Er is geen club die zó in mijn hart zit als Willem II. De club heeft me alles gegeven.’

Afbeelding
awawd

Bericht delen