Juichende supporters, ook in de oorlog

Toen ik een jaar of zes was had ik nog nooit gehoord van Willem II. Ik woonde met mijn ouders in Rotterdam-West en keek in die tijd veel bij de toenmalige eersteklasser RFC naar talloze jeugdwedstrijden en op zondag om half drie naar het eerste elftal. Mijn eerste grote voetbalwedstrijd was de finale om de ‘Zilveren Bal’ op het veld van de Kasteelheren van Sparta. Wie tegen wie speelde weet ik niet meer, maar ik vond het zeer indrukwekkend. Alleen al vanwege de rituelen bij de uitreiking van de trofee: een zilveren bal. 

Ik was dus een jaar of zes. Precies weten doe ik dat niet meer. Maar als de dag van gisteren herinner ik me wel het eerste bombardement van de Duitsers, op 14 mei 1940. De historische binnenstad van Rotterdam werd ‘s middags in precies een kwartier totaal vernietigd. Resultaat: 650 doden en 80.000 daklozen. Een halfuur later zag ik al gewonde burgers voorbij ons huiskamerraam strompelen. Het geweld was overrompelend. Daar bleef het niet bij want tijdens de bezetting van ons land werd Rotterdam ook meerdere keren getroffen door de bommen van de geallieerden die het voorzien hadden op de door de Duitsers gebruikte haven en spoorlijnen van de stad.

Vuurwerk

Wanneer in ons stadion zo nu en dan toch vuurwerk afgaat met een hevige knal, schrik ik nog steeds en komt het Rotterdamse oorlogsgeweld weer bij mij binnen. Vuurwerk tijdens oud en nieuw en bij voetbalwedstrijden zijn niet aan mij besteed. Het is voor mij geen symbool van feest maar van afschrikking.

Uitzinnig van vreugde

Op 5 en 6 mei denk ik altijd terug aan wat ik meemaakte in Rotterdam, maar ook aan de vreugde van de bevrijding op 27 oktober 1944 in Tilburg. Daar vluchtte ons gezin in 1942 naartoe om te ontsnappen aan de bombardementen op Rotterdam. Wat waren we blij en uitzinnig van vreugde toen onze bevrijders met hun tanks door onze stad denderden. Tilburg hing snel vol met rood, wit blauwe vlaggen. 

1942 - 1945

Ik woonde nog geen twee weken in Tilburg of ik had contact met Naud van der Ven, senior én junior. Senior was behalve secretaris ook als vrijwilliger trainer van Willem II, de club waar ik tot nu toe aan verknocht ben. Junior werd een vriend. Tot aan zijn overlijden in 2008. Moest ik aanvankelijk wennen aan het Tilburgs dialect en de veelal op klompen lopende kinderen, al spoedig speelde ik straatvoetbal met jongens uit de buurt. Ik leerde mijn slechte technische vaardigheden wat op te vijzelen door de oneffenheden van de straatstenen en de stoepranden te trotseren. Al spoedig bleek dat je geen bal meer kon kopen en dus fabriceerden we surrogaat ballen. Een stevige prop papier werd nat gemaakt, waarna er heel wat elastieken omheen gingen om de ‘bal’ daadwerkelijke op een bal te laten lijken. Na tien minuten voetballen begon dat weer van vooraf aan: alle elastiekjes waren intussen door de lucht gevlogen. Maar het voetbal moest en zou doorgaan! 

Willem II 

Hoe ging het met Willem II? Ik maakte alleen maar successen mee. In 1943 werden onze mannen, die middenin de oorlog nog steeds in het vaderlandse rood-wit-blauw speelden, voor de zevende keer zuidelijk kampioen. Een minpuntje was dat ik voor het eerst een veldslag tussen spelers en supporters van Willem II en NAC meemaakte, waarbij de ruiten van de kleedkamers sneuvelden. De NVB (de K van Koninklijk was door de Duitsers geschrapt) verplichtte Willem II een wedstrijd zonder publiek te spelen. Een ander minpuntje was dat de bezetter niet langer de clubspeld van Willem II tolereerde. Het rood-wit-blauw op onze revers moest vervangen worden door een blauwe speld waarop een voetbal en de naam van de club was afgebeeld. 

Wat bijzonder was, was de ovatie die Willem II kreeg na afloop van een wedstrijd tegen ADO om de landstitel. Het Haagse publiek koos de zijde van de Tricolores vanwege de kleuren van het wedstrijdtenue en wetende dat enkele spelers en bestuursleden van ADO niet vrij waren van sympathieën voor het naziregime. 



Bekerwinst

Ondertussen verloren de Duitse legers slag op slag. Het zou niet lang meer duren of de oorlogsgevechten zouden zich verplaatsen naar ons land. De twijfel sloeg toe: Wat zou 1944 nog in het vat hebben voor de voetballerij? Naud van der Ven senior en zijn team slaagden erin de bekerfinale te bereiken en die in Eindhoven met 9-2 te winnen van Groene Ster. Net als een jaar eerder zagen we weer juichende supporters in een tijd dat het oorlogsgeweld naderde. Vanuit clubgevoel gaven de jaren 1942 – 1944 een positief gevoel.

Maar bovenal was de bevolking de bezetter doodmoe. Men wilde dat er een einde kwam aan de Jodenvervolging, de razzia’s op mannen ten behoeve van de arbeidersinzet in Duitsland en het vernietigen van meerdere steden. 

Schotten bevrijden Tilburg

Iedereen hield zich in 1944 bezig met de geslaagde invasie in Normandië en de snelle opmars van de geallieerde legers. Op 27 oktober 1944 trokken enkele Schotse bataljons Tilburg binnen. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen verwelkomden onze bevrijders. We waren allemaal erg blij en verlangden naar normale tijden. Ook het verlangen naar voetbal stak spoedig weer de kop op. Naud  van der Ven senior formeerde met enkele andere voetbalbestuurders een Tilburgs elftal uit spelers van Willem II, LONGA, NOAD en RKTVV om tegen een team van onze bevrijders te spelen. De belangstelling was groot. Onder de toeschouwers werd 11.000 gulden ingezameld voor de oorlogsslachtoffers. De vreugde om de lokale bevrijding in Zuid Nederland werd getemperd omdat de noordelijke provincies nog in handen waren van de Duitsers. Duizenden landgenoten overleefden de hongerwinter niet. Op 10 mei was het gedaan met de oorlog. Nederland was bevrijd! 

We herdenken deze dagen de oorlogsslachtoffers en we vieren de vrijheid. Voor voetbal is even geen plaats. 

Peter Année

Bericht delen