‘Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken,’ vertelt Alex van Roessel. De 51-jarige keeperstrainer uit Tilburg traint al ruim vijftien jaar de jeugdkeepers van Willem II, van Onder 11 tot en met Onder 21. In die jaren zag hij veel talentvolle keepers komen en gaan.
Naast zijn passie voor het jeugdtrainerschap werkt hij in het dagelijks leven als vrachtwagenchauffeur. Toch staat voetbal bij hem op één: ‘Dit is mijn lust en mijn leven,’ benadrukt hij. ‘Ik steek er zoveel mogelijk tijd in om keepers klaar te stomen voor de volgende stap.’

Passie
De keeperstrainer haalt veel energie en voldoening uit het opleiden van talenten. ‘Ik zit nu zo lang in het vak, dat ik me meer wil richten op de details. Daarom ligt mijn voorkeur bij de bovenbouw,’ legt hij uit. ‘In de onderbouw leer je technisch keepen, terwijl je in de bovenbouw leert coachen. Dat is voor mij de volgende stap.’

Van doelman tot trainer
Zelf stond Van Roessel tot zijn zeventiende onder de lat bij Willem II. Daarna keepte hij bij de amateurs, tot een keeperstrainer op zijn 23e het vuur opnieuw aanwakkerde. Hij speelde vervolgens zes seizoenen op het hoogste amateurniveau. Op zijn 32e moest hij noodgedwongen stoppen vanwege de ziekte van Crohn. Toch bleef voetbal trekken. ‘Voetbal is mijn leven, dus ik wist: ik ga hiermee door,’ zegt hij. Hij besloot direct om keeperstrainer te worden.
Zijn trainerscarrière begon 18 jaar geleden bij de senioren van Longa in de hoofdklasse. Drie jaar later maakte hij de overstap naar de jeugdopleiding van RJO WII/RKC. In het begin trainde hij vooral jonge keepers en gaf hij ook trainingen in Waalwijk. ‘Ik deed dat met zoveel passie, dat ik mocht doorgroeien binnen de jeugdopleiding van Willem II.’
Inmiddels is hij veertien jaar actief bij de club. ‘We hebben nu drie keeperstrainers die samen zo’n tien jeugdkeepers begeleiden. Zo kunnen we elke keeper de aandacht geven die hij verdient.’
Dynamiek in trainingen
‘Ik wil ervoor waken dat een keeperstraining saai wordt,’ zegt Van Roessel stellig. ‘Herhaling is essentieel in het keepersvak, maar dan wel op een leuke en afwisselende manier. Keepen is een ervaringsvak. Jongere keepers hebben net wat meer herhaling nodig dan de oudere, en daar pas ik mijn trainingen op aan.’
Hoewel het moderne voetbal vraagt om meevoetballende keepers, blijft voor Van Roessel de basis belangrijk. ‘Misschien ben ik wat ouderwets, maar ik vind dat een keeper in de eerste plaats ballen moet kunnen verwerken. Dat is zijn “job”,’ legt hij uit. ‘Maar ik beweeg mee met de tijd, dat pas ik toe in mijn trainingen.’
Zijn trainingsaanpak verschilt per leeftijdscategorie. Bij de jongste keepers ligt de focus op techniek: goed duiken, ballen vangen. Bij de oudere keepers traint hij op details zoals het herkennen van spelsituaties. ‘Een keeper die goed coacht, haalt al 60% van het gevaar weg,’ benadrukt hij. ‘Daarnaast moet een keeper lef hebben, goed kunnen anticiperen en bovenal: uitstraling hebben.’
Hoogte- en dieptepunten
Van Roessel geniet van de successen van zijn pupillen. ‘Als een jeugdkeeper bij het eerste mag aansluiten, is dat al een hoogtepunt. En als hij dan een contract krijgt, is dat een bekroning van mijn werk.’
Hij noemt Maarten Schut als voorbeeld. ‘Die kwam binnen als jongetje van tien, en drie jaar geleden haalde hij het eerste elftal.’ Ook Mattijs Branderhorst trainde hij als pupil. ‘Dat was bijzonder, want hij was de eerste die het eerste bereikte.’
Toch hoort afscheid nemen er ook bij. ‘Als een keeper 24 wordt, mag hij niet meer in actie komen voor de Onder 21. Als hij dan niet het eerste haalt of betere keepers in beeld komen, houdt het op. Iedereen moet zich ieder seizoen doorontwikkelen om te blijven.’
De droom
‘Ik ben een man die graag zekerheid wil hebben en ik weet dat ik die zekerheid binnen onze jeugdopleiding kan krijgen’, vertelt Van Roessel als er wordt gevraagd naar zijn ambitie, maar hij vult aan dat hij ooit hoopt nog iets te kunnen betekenen voor het eerste elftal of een avontuur in het buitenland. ‘Ik ben er niet actief naar op zoek, want ik heb het hier goed naar mijn zin. Zolang ik de papieren nog niet heb, blijf ik me met passie inzetten voor het opleiden van jongeren tot volwaardige keepers.'
Bericht delen