Willem II O21 is de competitie met wisselende resultaten begonnen. Na een overwinning, een gelijkspel en twee nederlagen staat de ploeg van trainer Peter van den Berg op de zesde plek in Divisie A, die in totaal acht ploegen telt. ‘We hadden op meer punten gehoopt, maar alle resultaten waren terecht’, zegt een realistische Van den Berg over de wedstrijden van september. 

Na de 10-0 in het bekertoernooi eind augustus, maakte O21 zich op voor de competitiestart tegen De Graafschap O21 op 3 september. Van den Berg stapte enkele weken na de start van de voorbereiding in bij O21. Over de sfeer binnen het team en de samenwerking met zijn stafleden is hij tevreden. ‘De groep was op het moment dat ik erbij kwam al vrij compleet en tamelijk hecht. Het was prettig voor mij om in die omstandigheden aan de slag te gaan. In mijn eerste weken heb ik veel goede zaken gezien, maar ook waargenomen dat bepaalde dingen beter kunnen en moeten. ‘ 

'Niets aan het toeval overlaten' 

Daarmee doelt Van den Berg op gedrag dat hoort bij het nastreven van een topsportmentaliteit. ‘Spelers moeten de discipline en intrinsieke motivatie hebben om niets aan het toeval over te laten. Het meest eenvoudige voorbeeld is op tijd komen voor een training of een bespreking en de tijd die je te vroeg bent nuttig te besteden. Op het laatste moment aankomen geeft jezelf een onrustig gevoel.’ Daarnaast ziet Van den Berg graag dat spelers proactief en zelfstandig aan de slag gaan met hun ontwikkeling. ‘Alleen maar doen wat wij als staf van ze vragen is niet genoeg. De spelers krijgen van de club de tools en faciliteiten om het beste uit zichzelf te halen, maar we hebben niet overál invloed op. Wat jongens thuis eten, hoe laat ze gaan slapen, enzovoorts, daarin verwachten we dat spelers zelf de juiste keuzes maken. Bij profvoetballer worden komt meer kijken dan enkel het spelletje.’ 

Assistent

Naast de ontwikkeling van het team is Van den Berg met zijn collega’s binnen de jeugdopleiding ook bezig een vaste assistent aan te stellen. ‘Tot op heden word ik op wedstrijddagen geassisteerd door Anouar (Hadouir, red.) en soms door Raymond (Victoria, red.). Maar zij hebben ook hun eigen teams, waardoor ik dit seizoen bij uitwedstrijden nog geen vaste assistent heb. Dat is niet ideaal. Ik hoop zo snel mogelijk een vaste assistent te hebben. De club moet daar echter wel de middelen voor hebben. Dus we kijken ook naar interne oplossingen.’ 

‘Spelers moeten het mij moeilijk maken’ 

De spelersgroep van O21 kende afgelopen zomer weer een aantal veranderingen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen dus. Inmiddels kunnen sommige spelers op een basisplek rekenen. ‘Een aantal jongens heeft een vaste plek afgedwongen, maar er zijn ook jongens die niet iedere week op speeltijd kunnen rekenen. Dat geeft tot op heden geen problemen. Het is goed dat jongens na een wedstrijd naar mij toekomen om te vragen waarom ze werden gewisseld of waarom ze niet invielen. Ik vind het mijn verantwoordelijkheid keuzes te maken en die keuzes eerlijk uit te leggen. Het zegt iets over die spelers, want ze willen weten waaraan ze moeten werken om ook een vaste plek af te dwingen. In feite moeten alle spelers het mij zo moeilijk maken een keuze te maken, want dan ligt het in ieder geval niet aan de spelers zelf.' 

Terechte resultaten

Met vier punten uit vier wedstrijden heeft O21 gekregen wat ze toe is gekomen, vindt Van den Berg. ‘We hadden op meer punten gehoopt, maar alle resultaten waren terecht. De Graafschap en FC Groningen zijn teams die ons een aantal stappen voor zijn. En over de wedstrijden tegen die clubs ben ik zeker niet ontevreden. FC Groningen was afgelopen weekend ontzettend efficiënt, het is daardoor jammer dat de uitslag (1-4) doet vermoeden dat we weggespeeld zijn. Dat is niet zo. Over ons veldspel, de teamontwikkeling en de individuele ontwikkeling ben ik te spreken.’  

Minder blessures

O21 heeft tot op heden te maken gehad met zieke spelers, geblesseerde spelers en instromers vanuit de hoofdselectie. Van den Berg daarover: ‘Ziek zijn kan, dat is menselijk. Maar de hoeveelheid geblesseerde spelers zet ons wel aan het denken. We zijn daardoor extra aandachtig gaan kijken naar de oorzaken van de blessures en stellen onszelf bijvoorbeeld vragen over de belastbaarheid van spelers. We moeten het aantal blessures terug willen dringen en daardoor minder vaak van formatie moeten veranderen.’ 

Wisselende formaties

Van den Berg verwelkomt daarnaast spelers van het eerste elftal met open armen. ‘Die spelers brengen altijd bepaalde kwaliteiten met zich mee en weten de jongens van O21 te inspireren. Daarmee zijn we dan ook blij, maar het vraagt soms ook aanpassing van het team. Ik denk dat de wisselende resultaten van bijna alle teams in deze competitie te verklaren zijn door wisselende samenstellingen van teams. Dat is beetje inherent aan deze teams, want ze zijn natuurlijk het team na het eerste elftal. Zo heb ik vernomen dat PEC Zwolle laatst met acht spelers die onderdeel zijn van de hoofdselectie aantraden tegen Feyenoord (2-4 winst). Dat scheelt natuurlijk veel. Daarom hecht ik in onze wedstrijdvoorbereiding ook niet veel waarde aan de naam of reputatie van onze tegenstander, want je weet van tevoren niet goed met welke namen een team gaat spelen. Het is cliché, maar daarom kijken we primair naar onszelf. De tegenstander is niet leidend voor onze speelwijze. Onze hoofdmoot is om onze bedoelingen goed uit te voeren.’ 

Geen concrete doelstelling

Een uitgesproken doelstelling voor dit seizoen met O21 heeft Van den Berg niet. ‘Niet concreet, nee. Het streven is natuurlijk zo hoog mogelijk te eindigen. Vorig jaar heeft O21 het goed gedaan, maar dit is weer een andere lichting met andere kwaliteiten. We willen in deze divisie blijven, maar ik ben in algemene zin van mening dat je vooral moet kijken of het niveau bij de ontwikkeling van het team en de spelers past. Soms is het beter voor de ontwikkeling van spelers om een stapje terug te doen. Al is dat nu bij O21 niet aan de orde.’ Als voorbeeld noemt Van den Berg Willem II O17. ‘Die winnen alle bekerwedstrijden met ruime cijfers en de eerste competitiewedstrijd met 13-0. Dat is voor even leuk, maar voor de weerstand en ontwikkeling is het beter als zo’n team dan een of twee niveaus hoger gaat spelen. Op dit moment is Divisie 1 een prima niveau voor dit team.’