Binnen drie jaar wil de nieuwe hoofdjeugdopleiding van Willem II, Eric Hellemons,met de O17, O19 en O21 op het allerhoogste niveau spelen. Met het profplan zouden de bovenbouwteams structureel in de top acht van Nederland moeten kunnen meedraaien. Maar dan moet de scouting goed staan, het kader goed zijn ingericht en de verbinding op alle fronten in Tilburg zijn verstevigd, bijvoorbeeld met het bedrijfsleven, het onderwijs en de amateurclubs. Eric Hellemons, geboren in Kruisland in 1971, windt er geen doekjes om: ‘Als je die lijn volgt, kan ik geen enkel probleem bedenken waarom dat niet zou lukken.’
Hellemons heeft een duidelijke visie op de jeugdopleiding. Hij hanteert een holistische benadering. ‘De Willem II’er van de toekomst moet meer zijn dan een voetballer. Onze voetballers krijgen, naast veel technische trainingen, ook een fysieke leerlijn. En sinds dit jaar ook een mentale leerlijn. Want we willen niet alleen maar een speler die zich focust op de bal. We willen ook een speler die weet wat impliciet leren is, wat cognitief en non-cognitief leren inhoudt en die rekening houdt met de omstandigheden buiten het voetbalveld. Een minimale startkwalificatie vinden we ook belangrijk. Het is veel breder dan alleen een speler opleiden voor het eerste elftal van Willem II.’
Het grotere plaatje
‘Een Willem II’er moet een dynamisch persoon zijn,’ legt Hellemons verder uit. ‘We werken aan sociale vaardigheden. We zoeken jongens die hun doelstellingen helder kunnen formuleren, maar ook gewoon hard kunnen werken en weten wat ze vertegenwoordigen. Het gaat om het grotere plaatje, om meer dan voetbal. We leiden hier jongens op die allemaal discipline hebben en weten wat het is om een teleurstelling te overwinnen. Ze nemen straks een hoop ervaring mee uit de opleiding. Deze ontwikkeling kunnen ze ook buiten het voetbal gebruiken. Het bedrijfsleven heeft ook iets aan zulke types.’
Meer nadruk op de breedte van de staf
Plaats van handeling is het prachtige jeugdcomplex Prinsenhoeve aan de Rueckertbaan. Een fantastische plek om met de Willem II’ers van de toekomst aan de slag te gaan. Prinsenhoeve is het domein van de acht vertegenwoordigende jeugdelftallen van Willem II: de O11, O12, O13, O14, O15, O17, O19 en O21. Zo’n negentig mensen werken er, van chauffeurs tot trainers en begeleiders. Allemaal voetbaldieren. Met de komst van Hellemons is er ook meer nadruk komen te liggen op de onderlinge samenwerking en de breedte van de staf. ‘We schakelen meer disciplines in. Er is een performance coach en een videoanalist. We staan veel meer met elkaar in contact, ook over de verschillende disciplines heen. Een traner staat niet meer alleen voor de groep. Het kan niet zo zijn dat één trainer straks bepaalt of een speler wel of niet goed is. Dat beoordelen we met meerdere trainers en coaches. De medische staf heeft een oordeel, de mentale lijn, en ik als hoofd opleiding. Er zijn minimaal zes mensen die meewerken aan zo’n beoordeling. We zijn daarin heel zorgvuldig. Dit doen we om de prestaties te verbeteren, maar ook uit verplichting naar de ouders en kinderen. Zij hebben recht op onze aandacht en oprechte interesse.’
Mentale plannen
Naast de bredere staf heeft Hellemons vanaf zijn komst meer ruimte gemaakt voor de mentale component. ‘Daarvoor hebben we nu plannen per leeftijdscategorie. Voor O12 hebben we het basisplan. Van O13 tot en met O15 hebben we het ontwikkelplan. En voor O17 tot en met O21 hebben we het profplan. Elementen die daarin aan bod komen zijn onder andere de begeleiding van de spelers en ouders en hoe om te gaan met teleurstellingen. Dit omvat ook een aantal sessies met ouders. Bij O17 en O21 komen er elementen bij zoals hoe om te gaan met social media, maar ook onderwerpen als verslaving. Het voetbal heeft zich de afgelopen decennia enorm ontwikkeld. Het gaat om veel meer dan alleen technische aspecten.’
Toewijding als kernwaarde
Gevraagd naar zijn beleving en hoe hij in zijn nieuwe functie staat, geeft Hellemons een veelzeggend antwoord: ‘Ik kom naar Willem II voor de kinderen, voor de trainers, voor de ouders en voor de club. Dan komt er een tijdje niks en dan kom ik. Die toewijding vind ik een kernwaarde. Als voetballer had ik dat ook. Op mijn veertiende kwam ik van Kruisland naar RBC in Roosendaal. Door mijn inzet ben ik van een modale voetballer uitgegroeid tot een linker centrale verdediger die zich in de Eredivisie kon handhaven.’ Twee keer maakte hij met RBC promotie naar de Eredivisie. Twee keer stroomde de Oude Markt in Roosendaal vol met mensen. ‘Je kunt er van weglopen, maar daar doe je het uiteindelijk voor.’ Hellemons speelde 358 wedstrijden voor RBC Roosendaal, waarmee hij de bijnaam “Mr. RBC” verwierf.
Carrière
Nadat hij in 2005 stopte met zijn actieve voetbalcarrière, werd hij snel jeugdtrainer bij RBC. Hij doorliep alle jeugdteams binnen zijn club. Maar net toen hij in 2011 als hoofdtrainer van de club zou beginnen, ging RBC failliet. ‘Dat vond ik erg voor mezelf, maar nog veel erger voor de mensen die daar al jarenlang dag in dag uit met de club bezig waren. Ik had voor het betaald voetbal gekozen. Dat is een risico. Maar die mensen gaven daar hun hele ziel en zaligheid, puur op vrijwillige basis. Dat vond ik moeilijk.’
Kort na het faillissement van RBC tekende Hellemons in Turkije. Daarna ging hij naar Breda, waar hij na het vertrek van Gudelj het hoofdtrainerschap op zich nam, omdat hij de enige binnen de club was met de juiste papieren. Hij bouwde daar later vanuit het niets een gedegen jeugdopleiding op. Daarna nam hij de jeugdopleiding van FC Dordrecht onder zijn hoede, trainde hij zijn oude club Kruisland en was hij actief in Beveren. Tot hij op 31 juli 2024 bij Willem II Arjen Swinkels opvolgde als hoofdjeugdopleiding.
Onderscheidend vermogen van Willem II
Met veel concurrentie in de regio weet Hellemons maar al te goed dat hij een uitdagende klus heeft aangenomen. Hoe hij het verschil met de concurrentie denkt te maken? ‘Door zeer professioneel te zijn, dus soms ook hard op de inhoud, maar tegelijkertijd zacht op de mens. Willem II is een warme club. Mensen moeten zich hier thuis voelen. Maar de trainingen moeten intensief zijn. We moeten zorgen voor de juiste weerstand in trainingen en wedstrijden. Er moet een doelstelling achter zitten, en er moeten principes in terugkomen. De kinderen moeten oprecht aandacht krijgen. Ouders en kinderen moeten zich hier altijd welkom voelen. Het is belangrijk dat we zorgen voor een veilig klimaat en steeds de juiste dingen doen. En als wij er dan van overtuigd zijn dat een speler goed is, en hij is bijvoorbeeld nog maar 16 jaar, dan moet je budget vrijmaken om zo’n jongen een contract te geven. Daarmee bind je hem aan de club en leg je tegelijkertijd een drempel op voor een topclub. Daarnaast moet je als club er alles aan doen voordat een speler uitstroomt. We moeten in de spiegel kunnen kijken en zeker weten dat we niets over het hoofd hebben gezien. Voor deze uitstroom moeten we ook zorgen dat er een zachte landing komt, door interesse te tonen en ervoor te zorgen dat de speler elders verder kan. We moeten zorgvuldig omgaan met onze eigen jongens. Maar dat begrijpen ze hier wel.'
Doorstroom
De club streeft er op termijn naar dat 25 tot 30% van de selectie uit jongens uit de eigen opleiding gaat bestaan. Van de huidige selectie speelden Niels van Berkel, Jens Mathijsen, Amine Lachkar, Dani Mathieu, Per van Loon en Khaled Razak in de jeugdopleiding van Willem II. Ook Connor van den Berg, Maarten Schut en Valentino Vermeulen speelden in de jeugdopleiding van Willem II
Dit artikel komt uit het Tricolores Magazine, dat binnenkort bij seizoenkaarthouders op de mat valt. Een aantal artikelen uit het magazine is inmiddels ook online te lezen. Voor wie de papieren versie heeft gemist of liever digitaal leest: het Tricolores Magazine is nu ook online beschikbaar. Je vindt het hieronder!
Bericht delen